Ik ook (door Freek de Jonge)
Omdat jij wist dat ík het was
En niet jouw laatste liefde, de knapste van de klas
Omdat jij blozend voor me stond, naïef en van de kook
Omdat jij smoorverliefd was, daarom was ik het ook
Omdat je bij me blijven wou, ondanks mijn bot gedrag
Die vrijgezellendrift gepikt hebt, elke dag
Omdat je maling aan de mensen had, aan geroddel en gestook
Omdat jij zo graag trouwen wou, daarom wou ik het ook
Omdat je door bleef vechten, op het randje van de dood
De vrede, teder leven, in je armen sloot
Omdat je onomwonden het huwelijksbed in dook
Omdat jij zo graag kinderen wou, daarom kreeg ik ze ook
Omdat je leven kunt met mij zoals ik ben
Omdat jij altijd anders bent dan ik denk dat ik jou ken
Omdat jij jouw heilig vuur niet verstikken laat in rook
Omdat jij weet wat liefde is, daarom weet ik het ook
Just Married (door Toon Tellegen)
Ik schreef je dat je geen illusies….
en ik heb je meteen gezegd, de eerste keer,
ik had het bij me op een briefje
en ik schreef het op de rand van een krant
en op de kalender aan je muur,
en ik zei het in je oor, in de deuropening,
en op straat, aan een kade,
ik riep het naar je over het water
in het licht van een zwiepende straatlantaarn,
en jij riep terug:
‘Ik ook van jou!’
Laat dit nooit overgaan (door Bram Vermeulen)
Laat dit nooit overgaan
De rust in je gezicht
Je snelle felle zwarte ogen dicht
In halve slaap noem je mijn naam
Laat dit nooit overgaan
Laat dit nooit overgaan
Zoals je naast me ligt
Je glimlach zacht en met ogen dicht
Ik voel je adem langs mij gaan
Laat dit nooit overgaan
Zo lang gedacht dat het alleen kon
Zo bang geweest dat het bestond
Nu mag je nooit meer gaan
Eenzaam is voortaan een stap bij jou vandaan
Ach, liefde, ach, lieve
Dit is zo goed dat het pijn doet
Laat dit nooit overgaan
De gladheid van je huid
Je geeuwt en rekt je lijf languit
Ik wil hier nooit meer vandaan
Laat dit nooit overgaan
Zo lang gedacht dat het niet waar was
Zo bang geweest, nu weet ik pas
Nu mag je nooit meer gaan
Eenzaam is voortaan een stap van jou vandaan
Ach, liefde, ach, lieve
Dit is zo goed dat het pijn doet
Laat dit nooit overgaan
Ik ruik je zwarte haar
Mijn hand ligt rustig daar
Waar je lichaam dicht tegen het mijne ligt
Dit is het eind van het bestaan
Laat dit nooit overgaan
Liefde (door Max Dendermonde)
De dingen hebben soms eenzelfde naam:
Een lichte kus, elkaar verwilderd bijten,
Zacht mokken, blindelings met huisraad smijten,
Vreemd, het valt alles onder liefde saam.
Wie liefheeft en daar langzaam aan gewent,
Ontdekt verbijsterd achter maan en rozen
Het kleine tijdperk van twee tomelozen,
Waar men om de beurten tart en temt.
Eerst zacht van zin, later snel uitgestoeid,
Elkander prikkelen, dan ronduit haten,
En ouder wordend: zacht weer, en vermoeid.
Zò gaat het ons, misschien in milder mate…
Twee slingerplanten in één wilde groei,
Die ondanks alles elkaar niet verlaten.
Ik heb je liever (door Hans Andreus)
Ik heb je liever dan brood,
al zegt men ook dat het niet kan
en al kan het ook niet.
Ik heb je liever dan vrolijkheid of regen,
liever dan de stilte van drie uur
in de rustig in- en uitademende nacht.
De meeuwen scheren overdag met hun vleugels
langs de blonde warme lucht.
De wilde bloemen staan te lachen
in het warme bad van de zon.
De zon danst zijn toch maar kleine rol
met zoveel overgave dat het heel
stil wordt, hier, in dit deel van het heelal.
Ik heb je liever dan brood,
al zegt men ook dat het niet kan
en al kan het ook niet.
Liever dan vrolijkheid of regen,
Feest (door Hans Dudok van Heel)
Man en vrouw, liefde en trouw;
samen wonen, samen leven
samen het leven inhoud geven
samen is gewoon heel fijn
het is een feest om samen te zijn
Moment, samen met jou (door Hans Dudok van Heel)
Wat het leven ons geeft
wat de tijd ons zal brengen
ik kan het wel aan
maar wel samen met jou
De lach bij geluk
de tranen bij droefheid
ik kan het wel aan
maar wel samen met jou
De toekomst ligt voor ons
en wat er ook kome
ik kan het wel aan
maar wel samen met jou
Dit is wat ik voel
en ook nooit meer vergeet
samen met jou ben ik
eindelijk compleet
Eén keer (door Seth Gaaikema)
Eén keer moet het begin zijn, of je wilt of niet.
Eén keer wil je bereiken, wat je in de verte ziet.
Eén keer zul je moeten kiezen, uit alles om je heen.
Eén keer zul je moeten zeggen: “er is er voor mij maar heen”
Eén man, één vrouw, om van te houden
Eén die voor je vecht, één thuis, maar dan ook echt.
Het klinkt misschien kortzichtig met al die inspraak om je heen.
Toch is het goed om te zeggen: “voor mij is er maar één”.
En soms begint het te rommelen, te scheuren hier en daar.
En heel jouw zekere wereld dondert in elkaar.
En toch vanuit de resten, al gebeurt niet meteen,
Komt toch weer dat verlangen: “er is er voor mij maar één!”
Welkom (door Gerrit Achterberg)
Ik hang mijn jas op aan de kapstok naast de deur
en blijf in mijn geluk verzonken staan
Hier vallen van mij af getal en kleur,
waaronder ik bij vreemden moet bestaan
Vermenigvuldigd tot oneindigheid
en teruggebracht tot ongebroken licht
ga ik naar binnen toe
je breidt de armen uit
terwijl je kust liggen je ogen dicht.
Liefde voor nu (door Hans Dudok van Heel)
Liefde voor nu, voor straks, voor morgen
Liefde om voor elkaar te zorgen
Liefde om te nemen; om te geven
Liefde voor alle dagen van het leven
Zonder liefde wordt het rondom ons kil
Zonder liefde staat het leven stil.
Ik heb van jou (door Jan Simon Minkema)
ik heb van jou wel duizend foto's; ik heb als je drinkt en eet
ik heb als je staat te praten; ik heb je als je dat maar weet
ik heb van jou wel duizend beelden; ik heb je als een kind zo blij
ik heb je als een wijze meester; ik heb je als liefhebberij
ik heb van jou duizend gezichten;ik heb je als je met me vrijt
ik heb je als je ligt te slapen; ik heb je voor de eeuwigheid
ik heb voor jou wel duizend zinnen; ik heb je lief, ik heb je beet
ik heb je door, ik heb je nodig; ik heb je als je dat maar weet.