Geld hadden we niet, maar toch werd er een bescheiden bruiloft georganiseerd. Ik schafte een wit zomerjurkje aan, met elegante schoentjes en een stola van kant. Alles in de uitverkoop, met elkaar kostte het ensemble net over de honderd gulden. Maar in de familie van mijn verloofde werd iemand ernstig ziek en we besloten de boel maar uit te stellen.
Dwarse zusje
Van uitstel komt afstel, zo wil een bekend spreekwoord en het bleek heel erg waar. Ik werd minder en minder verliefd en na een wel zeer dwingend ultimatum van mijn eerst zo aanbeden aanstaande echtgenoot vertelde ik hem dat hij in de stront kon zakken met zijn bruiloft.
Toen werd ik weer verliefd. Héél erg verliefd. Al snel besloten we om te trouwen. Het buitenland lonkte en in die tijd moest je getrouwd zijn om je geliefde mee te kunnen nemen naar verre oorden. Om het witte zomerjurkje weer uit de kast te halen ging mij toch nét iets te ver. Samen met mijn zussen kocht ik een prachtig roomkleurig smokingpak en op een ijskoude dag in februari gaf ik mijn Britse echtgenoot het jawoord. De familie pinkte een traantje weg. Nu zou het toch echt goed komen met hun dwarse zusje.
Nooit weer
Helaas. Het droomhuwelijk tussen twee culturen- ondanks de geboorte van een heerlijk jochie- hield niet heel erg lang stand. Bedroefd stopte ik de roomkleurige smoking naast het witte zomerjurkje in een plastic hoes. Trouwen, nee. Niet echt iets voor mij, besloot ik. Nóóit weer.
Zeg nooit nooit, luidt een ander gezegde. Ik ontmoette Erwin en wij kregen nog zo’n fantastisch lekker ventje. Maar wij waren niet in de echt verbonden en Erwin moest onze Job erkennen. Met heel veel rompslomp en een enorme papierwinkel destijds werd Job uiteindelijk officieel zijn zoon.
‘Laten we gaan trouwen’, zei Erwin. Ik verslikte me in mijn glas wijn. Hoestend en proestend en met betraande ogen stemde ik toe. Met een kindje op de arm en een aan de hand wilde ik niet meer in het maagdelijk wit trouwen.
Het werd een zwart strapless cocktailjurkje met een wijde rok van tule. Stralend van geluk en onder luid applaus van mijn familie- zou het nu toch nog goed komen met het dwarse zusje?- liep ik aan de arm van Erwin naar de ambtenaar van de burgerlijke stand die ons in de echt zou verbinden. ‘Drie keer is scheepsrecht’, zei mijn aanstaande echtgenoot en hij kneep in mijn bezwete hand.
Divorce
Dit jaar zijn Erwin en ik vijf-en-twintig jaar bij elkaar. Er is nog een prachtige dochter bij gekomen, ze is nu negentien. Vijfentwintig jaar getrouwd zijn is in deze barre huwelijkstijden best heel lang. Een op de drie huwelijken strandt tegenwoordig, in de basisschoolklassen zijn kinderen van wie de ouders nog bij elkaar zijn eerder uitzondering dan regel en op zondagavond smullen we van de avonturen van Joris, Boudewijn en David in de tv-serie Divorce.
Het witte zomerjurkje en de roomkleurige smoking heb ik vorig jaar, tijdens een grondige opruimbeurt, met enige weemoed in de textielcontainer gegooid. Door de jaren heen zijn er heel veel grappen en grollen gemaakt over mijn trouwcollectie en daar deed ik zelf het hardst aan mee. Maar 'tiiden hawwe tiiden' zeggen we in Fryslân, wat zoveel wil zeggen als; klaar. Nieuw tijdperk.
Geluk is een jurk
Het zwarte cocktailjurkje heb ik laatst aangetrokken. Het past nog precies. Ik ga hem dragen tijdens ons 25-jarig huwelijksfeest. Waar ik maar mee wil zeggen dat huwelijksgeluk niet in die ene, bijzondere witte bruidsjapon zit waar je het ganse land voor afstruint. Zwart strapless kán dus ook garant staan voor een lang, gelukkig huwelijk.
Mocht ook jij voor de eerste, of tigste keer tóch nog het feest van je leven mee willen maken en eeuwige trouw beloven aan je droomprins of prinses; bij Rinsma Fashion in Gorredijk helpen we je graag. Cocktail- avond of feestkleding; wij snappen dat geluk een jurk is die jou op die speciale dag laat stralen.
Wiep Fenna de Jong, Rinsma Fashion